Heel algemeen kunnen we zeggen dat bijen dromen van een jaarrond aanbod van gevarieerde bloeiende bloemen met nectar en stuifmeel. Daarnaast dromen ze over voldoende nestgelegenheden, denk aan uitgebloeide stengels, insectenhotel, zand/leemhopen en rottend hout. Net als de mens droomt de bij ook van water, vooral ook in de winter en voorjaar, voor het verdunnen van opgeslagen voeding voor de larven.

Jaarrond aanbod nectar en stuifmeel

Een bij wil zich voortplanten. Simpel. Dat druk heen en weer vliegen doen ze om hun kroost te voeden. Larven, zoals baby-bijen ook wel worden genoemd, willen graag stuifmeel. Hier zitten eiwitten, vetten, vitaminen, mineralen en nog veel meer in: superfood voor bijen. Dit stuifmeel verzamelen de moeders. Maar om de vleugels van moederbij heen en weer te laten flappen, heeft een bij ook snelle calorieën nodig: suiker, oftewel nectar.

Nectar kan een bij bij bijna alle drachtplanten halen, fastfood voor de bijen. Maar stuifmeel niet. Een bloem wil zich ook voortplanten en doet dit door stuifmeel van de mannelijke bloem naar de stamper van de vrouwelijke bloem te krijgen. Hiervoor lokken ze bijen: die voeren dat klusje uit in ruil voor wat nectar. Hoe meer stuifmeel de bij ‘per ongeluk’ meeneemt, hoe groter de kans dat de bloem wordt bevrucht. Dus de uitdaging aan de plant om zichzelf zo efficiënt mogelijk vorm te geven.

Hoe meer variatie er in planten, bloeiende heesters in het openbaar groen zijn verwerkt, hoe meer bijen stuifmeel verzamelen en zich dus ook voort kunnen planten. Biodiversiteit!

De lente – vroegbloeiende bloembollen!

De lente is een cruciale periode voor vroege bijen. Na de winter komen ze tevoorschijn en hebben ze direct behoefte aan voldoende voedsel. Gelukkig zijn er veel bloemen die hen in deze periode kunnen ondersteunen.

Krokussen (Crocus): Dit zijn misschien wel de favoriete bloemen van bijen. Ze bloeien al vroeg in het jaar en leveren nectar en stuifmeel van hoge kwaliteit. Ze zijn populair bij honingbijen en wilde bijen. Vooral de boerenkrokus (Crocus tommasinianus) is als één van de vroegst bloeiende krokussen favoriet.
Sneeuwklokjes (Galanthus nivalis): Hun vroege bloei maakt ze ideaal voor bijen die net uit hun winterslaap ontwaken.

In het assortiment van Verver Export zijn er heel veel vroegbloeiende bloembollen die geschikt zijn voor de vroegbloeiende bijen. Ze zijn ideaal toe te passen in vaste planten borders maar ook (machinaal) in gras toe te passen. Grote, open (gras)velden in het park zijn hierdoor super locaties voor deze vroegbloeiers.

Nestgelegenheden

De levenscyclus van honing- en wilde bijen is anders, waardoor ook de behoefte aan nestgelegenheid in de winter anders is. De honingbij leeft in een volk bestaande uit 10.000 in de winter tot wel 60.000 bijen in de zomer, is sociaal en heeft een duidelijke taakverdeling. Zo heeft de koningin de taak om eitjes te leggen, de darren om jonge koninginnen te bevruchten en de werksters al het werk dat gedaan moet worden voor het volk (iedere werkbij voert gedurende haar leven verschillende taken uit, naar gelang haar leeftijd). Ze leggen een honingvoorraad aan om te overwinteren en om tijden van minder voedselaanbod te overbruggen.

Wilde bijen leggen daarentegen geen voorraad aan, zijn voornamelijk solitair en kunnen dus ook geen taken aan werksters overlaten. Hommels leven wel in kleine volken van zo’n 50 tot hooguit 500 individuen. Alleen de koninginnen overwinteren, overleven en beginnen in het voorjaar met het stichten van een nieuw volk.

Wilde bijen hebben meestal een korte levensduur van enkele weken. Ter vergelijking leven honingbijen langer: koninginnen kunnen zelfs 5-6 jaar oud worden, zomer werkbijen leven ongeveer 3-6 weken, en winterbijen 3-6 maanden. Terwijl honingbijen meestal gehuisvest worden door de imker in een kast of korf zoeken wilde bijen een plekje in de grond, in bestaande holen en kieren of merghoudende stengels (zoals braam, vlier of toorts). Ongeveer 30% nestelt bovengronds en 70% ondergronds.

Stengelresten

Er zijn ook veel bijensoorten die nestelen in dood hout en holle plantenstengels. Verver Export levert vaste planten concepten met bloembollen voor het openbaar groen. Ons onderhoud advies is het dode gewas pas te verwijderen in het voorjaar, net voordat de bloembollen beginnen te bloeien. Bovendien adviseren we het snoeimateriaal te laten liggen als mulch maar ook om larven nog te laten uitkomen.

Nestelhopen, -wanden en -dijkjes

Allerlei soorten bijen graven zelf een nest in de bodem. Veel soorten doen dit het liefst op kale, spaarzaam begroeide plekken die veel zonnewarmte vangen. Vooral steile, op de zon gerichte bodemoppervlakken zijn hierbij in trek, zoals steile wandjes langs paden en sloten, taluds van wegen, dijken en oevers en hellingen van hopen zand of klei. In vlakke terreinen zijn zulke structuren vaak weinig te vinden. In zulke terreinen kunnen wilde bijenpopulaties met wat kleine ‘bodemingrepen’ goed gestimuleerd worden. Er kunnen dan zelfs diverse bijensoorten gaan nestelen die er voorheen niet voorkwamen.

Dood hout in zon en schaduw

Dode stammen en takken zijn zeer waardevol als nestel- en voortplantingsplaats of voedselbron voor allerlei planten en dieren. Op zonnige plekken worden ze gebruikt door bijen en graafwespen. Op beschaduwde plekken kunnen paddenstoelen en zweefvliegen zich er op en in ontwikkelen, evenals allerlei kevers, spinnen en pissebedden. Verwijder dode stammen en takken dus niet uit een park, tuin of natuurterrein. In verband met de veiligheid kan er indien nodig wel een ander plekje voor worden gezocht.

Water

Zo vroeg in het voorjaar – het is eigenlijk nog winter – vliegen bijen op mooie dagen op de eerste voorjaarsbloeiers.
Honingbijen zetten nectar om in honing zodat het langer houdbaar is. Om honing te eten moet het weer verdund worden. Daarvoor is water nodig. Honing met een gehalte van meer dan 50% suiker wordt verdund door bijen om het te kunnen consumeren. In het vroege voorjaar teert het bijenvolk nog op de voedselvoorraad die het jaar ervoor is aangelegd. Er komt nog onvoldoende nectar binnen als brandstof daarom is water nodig om de honing uit de voorraad te verdunnen. Ook voor het voeren van de larven is er juist in het voorjaar behoefte aan water.

Op warme zomerdagen verzamelen bijen water om het klimaat in het bijenvolk te regelen. Honingbijen regelen de nesttemperatuur onder warme omstandigheden door water te verdelen over de nestholte en raten met eitjes en larven; door te waaieren versnelt de verdamping en koelt het nest af.

Bijenkroeg

Omdat bijen in het vroege voorjaar geen verre vluchten maken is het belangrijk dat er in de buurt van een bijenvolk een veilige waterbron is. Een bijenkroeg is een waterreservoir (waterbassin) voor bijen, bedekt met een laagje mos, om verdrinken van de bijen te voorkomen.