Adembenemende en kleurrijke bloemen in het vroege voorjaar op je dak realiseer je ook met bloembollen. Door kleine bloembollen, die vaak ook nog onder de categorie verwilderingsbloembollen vallen, toe te passen heb je meerdere jaren plezier van kleurrijk groen op hoogte.

Groene daken is een breed begrip. Per toepassing van het groen op een dak zijn er verschillende mogelijkheden (of onmogelijkheden) met bloembollen.

Groendak, met minimale substraat en/of substraatvervanger laag

Bloembollen die kunnen worden toegepast zijn klein van formaat maar hebben over het algemeen minimaal 8 cm substraat nodig om in te kunnen groeien en door ontwikkelen. Zorg er voor dat ze na het planten voldoende water krijgen om een goed wortelgestel op te kunnen bouwen voor de winter. Voor een rijk kleureffect in een langere periode in het voorjaar is het aan te raden een mengsel van bloembollen te planten met verschillende bloeitijden. Plant voldoende – advies is circa 100 bolletjes per m2 dak.

Het planten gaat eenvoudig: maak een gat in de beplanting (door de beplantingsmat, of tussen de planten) met je hand of ronde stok. Stop een bloembol in het gat en duw de bodem bedekkende beplanting of het substraat weer stevig aan. Plant de bloembollen zo dicht mogelijk op de bodem van het groendak, zo dicht mogelijk tot aan de drainagemat of de cassettes.

Bevat de groendak opbouw ook een substraatvervanger dan is het belangrijk te weten dat je de bloembollen niet direct op of in de substraatvervanger kan planten. Zorg er voor dat er eerst een laag van minimaal 3 cm substraat tussen de vervanger en de bloembol zit.

Bevat de groendak constructie helemaal geen substraat dan is het helaas niet mogelijk bloembollen toe te passen.

Extra onderhoud is niet nodig. Zodra de bloembollen zijn uitgebloeid trekken ze zich terug, het blad sterft af en verdroogd.

Bloembollen voor een groendak (minimale substraat laag)

De verschillende bloembollen hebben een voorkeur voor dikte van de substraatlaag. Vanaf 6 cm substraat kan je krokussen, kleine narcissen zoals ‘Tête-à-Tête’ (hebben een kleinere bloembol),  sneeuwroem (Chionodoxa), Ipheion en Puschkinia. Een substraatlaag van 8 cm of dikker is geschikt voor sneeuwklokjes, Iris reticulata, Scilla siberica en wilde tulpjes. Blauwe druifjes hebben liever een wat dikkere laag om jaren achter elkaar terug de komen. Ze vormen namelijk een enorme wortelpruik die veel substraat nodig heeft, drogen de wortels te snel uit, dan zullen de nakomelingen niet meer goed groeien.

Ook op (grote) hoogte dragen de verwilderingsbloembollen bij aan biodiversiteit.

Daktuinen

Steeds meer daken van vooral hogere gebouwen worden omgetoverd tot weelderige tuinen. Beplanting op het dak om (vooral in stedelijke gebieden) de warmte in de omgeving beter te reguleren en water op te vangen. Daarnaast is een groen dak ook een mooie gelegenheid om de biodiversiteit te steunen. Daar waar complete tuinen worden gerealiseerd met vaste planten, heesters en zelfs bomen is het natuurlijk ook heel goed mogelijk om bloembollen te planten. De substraatlaag is over het algemeen zo dik dat vrijwel iedere bloembol uit de Verver Export catalogus geschikt is!

Belangrijk is dat regenwater goed wordt opgenomen door de beplanting en niet in de substraatlaag blijft staan. Bloembollen die in rust zijn in de zomer en herfst zouden hierdoor kunnen verrotten. Het tegenovergestelde zou uitdroging in de zomer ook een bedreiging kunnen zijn voor enkele bloembollen. De meeste narcissen bijvoorbeeld hebben in de zomer maanden ook behoefte aan een wat vochtige bodem. Dit zal in een daktuin niet altijd het geval zijn. Plant narcissen vooral in daktuinen die wat meer schaduw hebben gedurende de dag en minder snelle uitdroging van substraat hebben.

Vraag onze regionale contactpersonen (www.ververexport.fr) om bloembollenadvies voor uw projecten op hoogte!