Een zee van kleur in het vroege voor- of het late najaar, daar kunnen bloembollen in een bloemenweide voor zorgen. Stinzenbollen (verwilderingsbloembollen) vervroegen de bloeiperiode in het vroege voorjaar, maar er bestaan ook prachtige najaarsbollen. Door bloembollen te planten in uw inheemse beplanting of bloemenweide ondersteunt u wilde bijen en insecten in periodes waarin er minder nectar beschikbaar is voor hen en draagt u bij aan het vergroten van de biodiversiteit.
Wat is inheems?
Inheems betekent dat een soort van nature in een gebied voorkomt. Een inheemse plantsoort is op eigen kracht naar een gebied gekomen. Zo’n plant is dus niet door ontdekkingsreizigers uit wouden ver weg meegenomen naar ons land (exoten), maar hier is gekomen door de wind, door in de afgelopen duizenden jaren mee te reizen met klimaatverschuivingen.
Zijn er inheemse bloembollen in onze Europese landen?
Het korte antwoord: nee, nauwelijks. Maar er zijn veel bloembollen te kiezen die goed zijn voor allerlei bestuivers en die bijdragen aan biodiversiteit. Deze (verwilderings)bloembollen zijn officieel niet inheems, maar zijn verwilderde sierplanten die vanaf de 16e eeuw werden aangeplant in tuinen. Ze worden echter al zo lang in Europa toegepast dat ook inheemse insecten deze planten graag bezoeken.
Echte inheemse bolgewassen voor een aantal Europese landen die als bloembol te koop zijn bijvoorbeeld kievitsbloem (Fritillaria meleagris), daslook (Allium ursinum) en lelietje van dalen (Convallaria majalis).
Bloembollen voor inheems beplantingen
Verwilderingsbollen zoals bijvoorbeeld krokus (Crocus), sterhyacinten (Scilla) en sneeuwroem (Chionodoxa) kunnen goed gebruikt worden voor verwildering in bloemenweides en vaste planten. De meesten bloeien in het vroege voorjaar. Door bollen in een inheemse beplanting of weide te planten, die bloeit vanaf april, volgen de bloeiperiodes elkaar mooi op. Deze bloembollen zijn subtiel van kleur, verwilderen na een aantal jaren en maken over het algemeen weinig loof aan waardoor ze niet concurreren met de aanwezige inheemse planten.
Andere voorbeelden zijn: sneeuwklokjes (Galanthus), zomerklokjes (Leucojum aestivum), anemonen (Anemone), boshyacint (Scilla non-scripta) en breedbladige vogelmelk (Ornithogalum balansae).
In het najaar zijn Herfstkrokus en Herfststijlloos echte blikvangers in een natuurlijke beplanting of bloemenweide. Het idee is om op deze manier de bloeiperiode van de bloemenweide richting de herfst en eventueel de winter te verlengen.
Wilde narcis: Narcissus pseudonarcissus subsp. pseudonarcissus of lobularis
Veel bijen zul je op de narcis niet aantreffen, want deze bloem is zelfbestuivend. Haar nectar en stuifmeel zijn alleen voor insecten met een heel lange tong bereikbaar, maar we weten inmiddels dat de (wilde) narcis bevlogen wordt door sluipwespen en sluipvliegen, die een rol spelen bij de bestrijding van eikenprocessierups. Aanplanten dus, die nuttige narcis!
Welke bollen en knollen dragen echt bij aan biodiversiteit?
Veel bijen vliegen al bij temperaturen van 6 à 7 graden Celsius, op zoek naar voedsel voor de larven. En al in februari ontwaken veel vlinders uit hun winterslaap, op zoek naar zonnige plekjes om op te warmen en naar waardplanten waar ze hun eitjes kunnen afzetten. De brandstof die ze hiervoor nodig hebben, is nectar. Juist op die momenten openen zich ook de eerste bolgewassen! Alle reden dus om daar veel meer van aan te planten.
De uiteindelijk keuze van bloembollen voor uw natuurlijke beplantingen en bloemweides zal moeten afhangen van de grondsoort, andere standplekfactoren (licht, vocht) en het beheer. Want al deze bloembollen moeten na de bloei vooral lang met rust gelaten worden voor een optimale verspreiding in de komende jaren (via zaad of bol). Heeft u vragen? Neem dan contact op met uw regionale verkoper van Verver Export.